U heeft een werknemer in dienst die arbeidsongeschikt is, maar u vermoedt dat hij werkt of andere activiteiten verricht tijdens de ziekte. Wat nu? De werknemer moet er immers alles aan doen om zo snel mogelijk weer terug aan het werk te kunnen. Wanneer een (neven)activiteit wel of niet geschikt is om uit te voeren door de zieke werknemer is moeilijk te bepalen. Lees hier wat twee recente uitspraken als resultaat hadden.

Zieke werknemer aan het werk bij concurrent

Een aantal werknemers van Toyota hoorde dat hun arbeidsongeschikte collega zou bijklussen bij een concurrent. Het bedrijf schakelde een detectivebureau in om na te gaan of dit klopte. Uit het onderzoek bleek dat de arbeidsongeschikte werknemer inderdaad bij de concurrent werkte tijdens zijn ziekte. Fotomateriaal van de detectives laat zien hoe hij aan een auto sleutelde bij een andere garage.

In de cao was een nevenactiviteitenbeding opgenomen. Dit beding verbood de werknemer om zonder schriftelijke toestemming voor een ander te werken (als het een concurrent binnen de bedrijfstak betrof). Na ontvangst van het bewijsmateriaal riep de werkgever de arbeidsongeschikte werknemer dan ook op en confronteerde hem hiermee. De werknemer ontkende: volgens hem werkte hij niet bij de concurrent. De garage was van een vriend en hij ‘liep er alleen maar rond’. De werkomgeving zou volgens hem een arbeidstherapeutische werking op hem hebben.

Op 29 januari 2015 besloot de kantonrechter dat de arbeidsongeschikte werknemer niet voldeed aan zijn re-integratieverplichtingen. Daarbij schond hij ook nog zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. De werknemer had namelijk zijn werkgever en de bedrijfsarts op de hoogte moeten stellen van zijn activiteiten bij het concurrerende garagebedrijf. Door te zwijgen, en daarmee bewust relevante informatie achter te houden, is hij de fout in gegaan. De arbeidsovereenkomst is zonder beëindigingsvergoeding ontbonden.

Arbeidsongeschikte werknemer rent marathon

Een paar maanden eerder kwam een soortgelijke zaak uit op een andere uitspraak. Een magazijnmedewerker was al meer dan een jaar arbeidsongeschikt. Hij liep echter wel lange afstanden mee met hardloopwedstrijden en voerde ook reparaties uit aan zijn huis. De werkgever besloot dat de arbeidsongeschikte werknemer niet meewerkte aan zijn re-integratie en ontsloeg hem op staande voet op 4 juli 2013.

De werknemer was het hier niet mee eens. Hij stapte naar de kantonrechter en vorderde doorbetaling van loon. De kantonrechter wees vervolgens in kort geding zijn vorderingen af. De werknemer gaf niet op: hij startte een bodemprocedure en de kantonrechter kwam tot een ander oordeel.

In de betreffende zaak besloot de werkgever zelf dat de arbeidsongeschikte werknemer zijn re-integratie belemmerde. Of dit ook echt zo was, had volgens de kantonrechter onderzocht moeten worden door een medisch deskundige voordat de werkgever tot ontslag overging. De werknemer had wel zijn activiteiten moeten melden bij zijn werkgever. Hier is hij tekort geschoten. Dit was echter geen gegronde reden om de arbeidsongeschikte werknemer op staande voet te ontslaan. De loonvordering van de werknemer werd toegewezen.

Maak altijd afspraken

Uit deze twee uitspraken leren we dat communicatie tussen werkgever en werknemer uitermate belangrijk is. Duidelijke schriftelijke afspraken over de re-integratie moeten altijd worden gemaakt. Mocht u het idee hebben dat de arbeidsongeschikte werknemer zich hier niet aan houdt, zorg dan voor voldoende onderzoek. Dit kan zowel uw eigen onderzoek zijn als het oordeel van een medisch deskundige. Confronteer de werknemer altijd met uw bevindingen.

Bij Linea Rechta weten we u helder, duidelijk en begrijpelijk advies te geven. Ook stellen we contracten op en helpen we u graag met de dossieropbouw van uw werknemers. Wilt u niet voor verrassingen komen te staan? Neem dan nu contact met ons op!